“Zijn lippen plooiden zich in een vileine glimlach, terwijl hij honend, maar uitnodigend naar me gebaarde, als Vanna White bij de presentatie van de fonkelnieuwe Toyota Camry die de winnaar mee naar huis mocht nemen. ‘Dames en heren, geef haar een daverend applaus! Want hier is ze dan. Het gelukkigste meisje ter wereld!’”

Een glamoureuze baan, een uitpuilende garderobe en een succesvolle verloofde: na haar traumatiserende tienerjaren op de prestigieuze Bradley School is het TifAni ‘Ani’ FaNelli gelukt een nieuwe identiteit op te bouwen, een identiteit van het gelukkigste meisje ter wereld. Deze zou echter in gevaar kunnen komen nu ze heeft ingestemd mee te doen aan de productie van een documentaire over de gebeurtenissen die zich destijds op Bradley hadden voorgedaan. Wat is Ani’s geheim en kan ze het verleden laten voor wat het is?

Knoll probeert nieuwsgierigheid en sympathie te wekken door gebruik te maken van het al te bekende concept “don’t judge a book by its cover”: Ani’s arrogantie komt toch wel ergens vandaan en haar leven is niet zo mooi als het lijkt. Ani heeft een goede baan, maar wordt achtervolgd door haar verleden. Ani is rijk, maar wordt achtervolgd door haar verleden. Ani heeft een prachtig liefdesleven, maar wordt achtervolgd door haar verleden. Het lijkt noodzakelijk te zijn om steeds roet in het eten te gooien, zodat de auteur de lezer kan vertellen dat die onder de oppervlakte moet kijken. Het lijkt er niet toe te doen wat we daar aantreffen, het gaat slechts om het idee dat Ani’s leven niet perfect is. We moeten sympathie tonen, want Ani is getraumatiseerd. De climax van het verhaal, ofwel “wat er toen allemaal gebeurde”, wordt hierdoor behoorlijk afgezwakt.

“Ik betaal altijd zelf, ondanks het regelmatig terugkerende visioen dat mijn creditcard wordt geweigerd, met als gevolg dat een luttle 5,23 dollar mijn zorgvuldig opgebouwde imago onderuithaalt, het imago van een vrouw met stijl, met succes, met een verloofde, en dat al op haar achtentwintigste.” (p. 18)

“Het gelukkigste meisje ter wereld” wordt regelmatig vergeleken met  het alom geprezen “Gone Girl” van Gillian Flynn. Knolls boek neigt eerder naar chicklit dan naar de thriller die wordt beloofd. Het verhaal is niet zo plotgedreven als de flaptekst doet luiden en als thriller is het boek naar mijn mening dan ook zwak. Hierdoor lijkt Knoll wel meer ruimte te hebben gecreëerd voor karakterontwikkeling en zelfreflectie van de hoofdpersoon. Hoe oppervlakkig Ani aan de buitenkant ook oogt, Knoll is er grotendeels in geslaagd haar gedachten zo gedetailleerd mogelijk (en waar mogelijk ook met wat humor) te schetsen: “Ken je dat toontje? Arrogante Harvardballen praten ook zo. ‘Ik heb in Cambridge gestudeerd.’ ‘O, aan welke universiteit?’ ‘Harvard?’ Wat doet dat vraagteken daar? Alsof we nog nooit van Harvard hebben gehoord!” (p. 205) Ook Ani’s angst voor gezichtsverlies wordt met opmerkelijk detail beschreven: “Oogt het goedkoop als we de uitnodigingen in hoogdruk laten doen, maar de antwoordkaartjes niet? (…) Valt het op als we enveloppen handmatig door een kalligraaf laten beschrijven, maar de uitnodigingen zelf laten bedrukken met een schrijfletter?” (p. 12)

Met “Het gelukkigste meisje ter wereld” zet Jessica Knoll een arrogant-onzeker meisje neer op een plek waar ze eigenlijk niet wil zijn. Het boek leest snel weg, maar de foreshadowing en spanning zijn niet voldoende uitgewerkt.

Deze recensie is geschreven door Hugh Mee, scholiere VWO. In haar vrije tijd houdt ze zich het liefst bezig met psychologische vraagstukken, wat ook verklaart waarom ze graag non-fictie en psychologische romans leest. Ze leest echter ook heel graag boeken die vallen onder het high fantasy genre.

Het gelukkigste meisje ter wereld / Jessica Knoll / vertaling Erica Feberwee / Uitgeverij Manteau / 2016 / 320 pag./ISBN 9789022332481

No Comments

Post a Comment