Acker, een jongen die in 1804 leeft, woont aan zee met zijn vader en zijn broer. Zijn vader en broer zijn vissers, maar Acker wil geen visser zijn. Hij heeft andere dromen. Zijn beste vriendin is Ione, die zijn toekomstdromen begrijpt.  Op een dag komt Klaus in Ackers dorp. Hij fascineert Acker en deelt Ackers droom om te kunnen vliegen. Samen gaan ze bezig met het bouwen van een vliegmachine.  Ione vindt dit waanzin, net als de rest van het dorp. Acker en Klaus trekken zich hier echter weinig van aan.

Het verhaal vind ik mooi, door de ietwat dromerige sfeer die het uitademt. Het bloemrijke taalgebruik is tegelijkertijd de kracht én zwakte van het verhaal. Soms leidt dit te veel af.  Acker is een dromer bij wie veel zich afspeelt in zijn gedachten. Zijn gedachten en de werkelijkheid vloeien regelmatig in elkaar over. Hierdoor was het mij niet altijd duidelijk of iets echt gebeurde of dat het zich afspeelde in Ackers hoofd. Daar kwam ik dan pas een halve bladzijde later achter. Dit werkt wel wat verwarrend. Al met al toch een aanrader.

No Comments

Post a Comment