
Wie ben je? Hoe kom je daar achter? Kom je er ooit achter? Dat zijn centrale vragen in de jongerenroman Boyd was hier van Corien Botman, die in 2015 verscheen. Het is een gelaagd boek, dat ondanks grote thema’s als dood, identiteit en liefde toegankelijk is en een lichte verteltoon heeft. ‘Ik kan iemand anders zijn. Anders verdergaan. Opnieuw beginnen. Zoiets.’ Zo legt de hoofdpersoon uit aan zijn moeder dat hij een nieuw leven gaat beginnen. Waarom schreef Botman dit boek? Wat trok haar in deze thema’s? Hoe kan een schrijfster die op haar website zegt ‘…en ik schrijf. Niet veel en ook niet graag…’ zes jaar van haar leven wijden aan het vertellen van zo’n verhaal?
In de dialogen verwijzen de belangrijkste personages tamelijk direct naar het thema. ‘Dat wil ik, dat niemand weet wie ik ben,’ is een voorbeeld. Corien Botman daarover: ‘Mijn beste leeservaringen heb ik, als ik op papier iets in woorden zie wat ik zelf al voelde of dacht, maar nooit kon benoemen.’ Voor de proeflezers was de eerste versie van Boyd was hier nauwelijks te begrijpen. ‘Misschien heb ik daarom in volgende versies geprobeerd duidelijker te zijn. Misschien te expliciet, dat kan ik zelf niet meer beoordelen’ Toch hoopt Botman dat de lezer blijft nadenken en dat hij of zij door het boek anders naar de wereld zal kijken.
Boyd was hier is een verhaal waarover nagedacht moet worden. Zou een thriller geen logischer keuze geweest zijn voor jeugdige lezers? ‘Ik wou dat ik het kon!’ lacht Corien Botman. Een thrillerschrijver moet van tevoren precies weten waar het verhaal eindigt, en dat is voor deze schrijfster een onmogelijke opgave. Het is niet haar manier van werken: een plot helemaal uitdenken voor ze gaat schrijven. Meestal vraagt ze zich iets af, waarna een tijdrovend onderzoek naar het antwoord volgt. Het grootste deel onderzoekt ze schrijvend. Boyd was hier begon met een begrafenis waar Botman sprak. Daarna dienden zich vragen aan als: ‘Wie gaat mijn verhaal ooit vertellen?’ ‘Hoe luidt het?’ ‘Maakt het uit wie er aan het woord is?’ Die vragen vormden het begin van haar onderzoek!
Het boek komt misschien wat pessimistisch over. ‘Er blijft alleen een verhaal van je over dat anderen vertellen,’ is niet echt een heel positieve gedachte, naar mijn idee. Corien Botman is het hier zeker niet mee eens: ‘Mensen zijn verhalenvertellers en we ‘vertellen’ ons leven. Je duidt de gebeurtenissen in je leven en je geeft je eigen waarde aan deze gebeurtenissen en zo construeer je je leven. Je hebt op sommige dingen geen invloed, maar je bepaalt nog steeds wel welke waarde je aan je die gebeurtenissen toekent.’ Dat dit een belangrijk onderwerp is voor Botman, blijkt uit haar andere boeken. ‘Alle hoofdpersonen maken iets mee, waardoor ze anders verdergaan dan ze deden. Ze komen er allemaal op hun eigen mannier achter dat ze vertellers van hun eigen verhaal zijn en dat ze het vervolg grotendeels zelf in handen hebben.’
De structuur sluit goed aan bij het thema en lijkt diep doordacht te zijn. ‘Maar ik heb veel beslissingen op gevoel genomen, zonder dat ik me ervan bewust van was,’ vertelt Botman. ‘Zo gaat dat met schrijven. Over andere zaken heb ik jaren moeten denken.’ De eerste versie van het boek (`Aan niemand komt een einde`) was voor proeflezers niet goed te begrijpen, terwijl juist voor de schrijfster die opzet het beste uitdrukte wat ze wilde zeggen. Toch heeft ze de vorm daarna opnieuw opgezet, of liever: al schrijvend verkend. Dus niet vooraf bedacht, zoals thrillerschrijvers doen, maar achteraf ontdekt en daarna jaar na jaar bijgeschaafd.
Ook de personages lijken niet ‘zomaar’ in dit verhaal geplaatst te zijn. Alle personages spelen een ‘rol’. Dit was voor Corien Botman een belangrijke en ook logische keuze. ‘niemand is één iemand; wie je bent hangt af van de ogen die jou zien’, vertelt ze. Vanuit dat perspectief lijkt het heel logisch dat alle personages allemaal ‘anders’ zijn dan ze in eerste instantie lijken. Deze gedachte zie je ook terug in de opvallende perspectiefwisseling in het boek. Een deel van het verhaal is geschreven in het ik- perspectief, een ander deel in het hij/zij- perspectief. Botman vertelt dat dit bewust is gedaan. Ze stelde tijdens het schrijven de volgende vraag “zijn het je eigen ogen (ik) of de ogen van je eigen groep (wij) of de ogen van een ander (jij)?” Boyd kijkt naar zichzelf, alsof hij iemand anders is. Op dat moment kijkt hij via het hij/zij- perspectief.
Boyd was hier speelt zich af op de begraafplaats, een lugubere, maar zeker ook bewuste keuze. Corien Botman geeft aan dat het de beste plaats is om te laten zien dat de mens een verhaal is. De eerder genoemde opmerking van Eleonora past hier ook bij. ‘Op de begraafplaats worden de verhalen verteld wanneer ze afgelopen zijn. Benyamin en Eleonora ontdekken op de begraafplaats dat ze invloed hebben op hun verhaal en op de loop van hun leven’, vertelt Corien Botman. Het ondersteunt de gedachte dat je je eigen waarde aan je leven geeft en dat je je leven op die manier kunt construeren. De begraafplaats – waar leven en dood dicht bij elkaar liggen in dit boek – lijkt daarmee dus een zeer gepaste keuze geweest.
Door Boyd werd schrijven weer leuk
Corien Botman heeft met Boyd was hier een verhaal verteld waar ze goed over nagedacht heeft. Het boek vertolkt haar eigen gedachte over de manier waarop je iemand kunt zijn. Toch geeft deze schrijfster aan dat ze niet veel schrijft en niet graag schrijft. Tegelijkertijd gaf ze aan dat ze schrijven leuk vond door Boyd. Die uitspraak moet ze helaas alweer terugnemen: ze vindt schrijven alweer ‘verschrikkelijk’. Dit lijkt een wonderlijke combinatie: je vindt iets verschrikkelijk en toch doe je het steeds weer. Botman weet zelf niet goed hoe dit komt. Ze geeft wel aan dat het schrijven van een boek voor haar het leukste is wanneer het boek klaar is. En toch blijft ze schrijven: ‘Laatst schreef ik mijn redacteur een klaagmailtje over het moeizame verhaal waar ik mee bezig ben.. Ik eindigde met: ik hoop dat je ooit een keer je hand op mijn schouder legt en zegt: Corien, het hoeft niet meer. Stel, dacht ik natuurlijk meteen, dat hij me straks antwoordt: Corien, het hoeft niet meer… Ik werd heel vrolijk van dat idee, er viel een grote zwaarte van me af. En weet je waar ik toen ontzettend veel zin in kreeg? In schrijven.’ Ondanks dat ze alweer met een nieuw verhaal bezig is, en volgens eigen zeggen ‘midden in de dikke shit zit’, weet Botman de lezer te verrassen met verschillende verhalen die allemaal hetzelfde gedachte lijken te hebben: je bent je verteller van je eigen verhaal. Vanuit die gedachte volgde het mooie, unieke en toegankelijke boek Boyd was hier.
Deze recensie is geschreven door Marloes Otten, 24 jaar, docente Nederlands op een middelbare school in Drenthe.
No Comments