
Dit boek lijkt op het eerste gezicht net zo “half af” als de titel ervan doet vermoeden. Korte, grammaticaal vaak onsamenhangende zinnen wisselen elkaar in rap tempo af. Hierdoor wordt de suggestie van een 253 pagina’s tellend gedicht gecreëerd, ook wel een zogenaamde “stream of consciousness” genoemd.
Dit gedicht behoort niet tot de vrolijke poëzie. Het verhaal is dat van een naamloos meisje dat geen makkelijk leven leidt. Seksueel misbruik, ziekte en mishandeling vormen de setting waartegen haar leven zich afspeelt. Op jonge leeftijd wordt ze verkracht door haar oom, haar broer lijdt aan een hersentumor en haar moeder mishandelt haar psychisch.
Waar de bijzondere schrijfstijl in het begin wat frustrerend kan zijn, raak je als lezer al snel gewend aan het ritme waarop het verhaal zich voortbeweegt. Onafgemaakte zinnen vormen de gedachtestroom van de hoofdpersoon die zich probeert een weg te banen door het grillige landschap van haar bestaan.
Hoewel de schrijfstijl tegen het einde van het verhaal ietwat gekunsteld aandoet, zorgt hij er wel voor dat het tempo door het hele boek heen wordt opgevoerd en er een bepaalde spanning in het verhaal wordt opgebouwd. Als lezer blijf je telkens benieuwd naar wat er komen gaat.
Bovendien lijkt de schrijfster met deze manier van schrijven een bepaald taboe te doorbreken: zinnen hoeven niet perfect geformuleerd te zijn om een boodschap over te kunnen brengen. Want juist door deze intrigerende schrijfwijze, weet Eimear McBride een heel persoonlijk relaas op papier te zetten dat iets met je doet, of je dat nou wil of niet.
Wat echter niet echt went, is de ongrijpbaarheid van het karakter van de hoofdpersoon. Door het boek heen vang je af en toe een glimp op van de beweegredenen van deze jonge vrouw, maar echt begrijpen doe je haar niet.
Hoewel haar stem telkens de boventoon voert in het verhaal, blijft het onduidelijk wat er nou precies in haar hoofd omgaat en waarom ze bepaalde beslissingen neemt.
Bovendien wordt pas in het laatste deel van het boek duidelijk waar het echt om draait. Door het hele verhaal heen noemt de hoofdpersoon haar broer (die overigens net als alle andere personages geen naam heeft) ‘jij’, wat bepaalde verwachtingen schept over hun persoonlijke relatie.
Als lezer zit je het hele boek door te wachten op het opbloeien van deze speciale broer- en zusrelatie, maar pas in de laatste paar hoofdstukken krijg je inzicht in wat zij voor haar broer voelt.
Ook al is het door de heftige thematiek en het complexe karakter van de hoofdpersoon af en toe lastig om door het boek heen te komen; het is het waard om je in dit boek te verdiepen.
Een meisje is maar half af doet je afwisselend huiveren, huilen, zuchten en af en toe zelfs even voorzichtig lachen. Maar bovenal zet dit boek je aan het denken.
Het verhaal vraagt een bepaald inlevingsvermogen van je dat je misschien niet van nature hebt, omdat de situaties die in het boek beschreven zijn vaak ver van je eigen belevingswereld afstaan.
Een meisje is maar half af vormt dus een uitdaging om onze oogkleppen af te zetten en ons te laten onderdompelen in de ellende van iemand als deze jonge vrouw. Want alleen op die manier kunnen we ontdekken dat de wereld om ons heen niet enkel bestaat uit zwart en wit, maar dat er talloze grijstinten zijn.
Een meisje is maar half af | Eimear McBride | Hollands Diep | 2015 | 256 pag. | ISBN 9 789048 824267
No Comments