
Na een reeks successen van de nog jonge uitgeverij Das Mag maakt elk boek met het simpele ruitenlogo een kleine storm in mij teweeg. Het smelt van Lise Spit was een van de beste boeken die ik dit jaar las en ik snakte naar meer moois. En we noemen hem van Marjolijn van Heemstra was een goede keus. De prachtige kaft maakt direct nieuwsgierig en de eerste pagina zuigt je meteen het verhaal in.
De kern van En we noemen hem is misleidend simpel: op haar achttiende belooft hoofdpersoon Marjolijn van Heemstra aan haar oma om haar toekomstige zoon te noemen naar de held van de familie: ‘bommenneef’. Deze neef heeft kort na de oorlog een bom in de vorm van een sinterklaassurprise afgeleverd bij landverraders die dreigden weg te komen met hun mensonterende daden. Een ware verzetsheld dus. Wanneer ze jaren later daadwerkelijk in verwachting is van haar eerste kindje – een zoon – denkt Marjolijn weer aan de belofte. Maar voor ze haar zoon deze zwaarbeladen naam meegeeft, besluit ze eerst op onderzoek uit te gaan. Wie was deze mysterieuze held? Deze zoektocht brengt haar alleen niet het eenduidige heldenverhaal dat ze verwacht had…
Marjolijn van Heemstra is geen debutant, zoals haar collega-auteur Lise Spit die ook bij Das Mag zit. Deze doorgewinterde theatermaakster schreef al eerder twee dichtbundels en haar debuutroman De laatste Aedema. Dat Van Heemstra als dichter kan toveren met taal, blijkt duidelijk uit En we noemen hem. Op meerdere momenten verwondert de hoofdpersoon zich over de taal – gewoon in een paar regeltjes, een zinnetje, zo tussen neus en lippen door:
Ze besloot met een opgewekt ‘Boontje komt om zijn loontje.’ Ik was zeven en had geen idee wie boontje was en om wat voor loontje hij kwam, maar ik knikte omdat het klonk als iets wat klopte. De kracht van volrijm, begreep ik later. Spoed en goed. Eert en weert.
Op de basisschool had ik een vriendin die uit Den Helder kwam en vertelde dat ze muggen daar neven noemden, omdat ze na het steken bloedverwanten zijn. Ik sla naar twee dansende neven naast mijn schouder. Weer mis.
De muggen uit dit laatste citaat spelen een belangrijke rol in de roman. Wanneer duidelijk wordt dat Marjolijn bezeten is door de zoektocht naar de waarheid achter haar verre neef, duikt de muggenplaag op. Hij verstoort haar rust, net zoals het constante gezoem van de onbeantwoorde vragen dat doet. Wanneer ze één of twee vragen beantwoordt, duiken er meteen tien nieuwe op – net zoals geldt voor de stekende muggen. De jeukende bulten waar ze aan krabt tijdens haar bezoeken aan verre familieleden en vrienden van de overleden bommenneef leggen hier nog eens extra de nadruk op.
Doordat de zoektocht door online krantenknipsels, archieven en telefoonboeken bijna allesbeheersend dreigt te worden in Marjolijns leven, zou je bijna vergeten dat ze ook nog eens zwanger is. Die zwangerschap gaat niet bepaald van een leien dakje – niet alleen doordat ze een zwangerschapsvergiftiging oploopt en opzwelt als een luchtballon waar steeds meer lucht bij wordt gepompt, maar ook doordat ze de eerste maanden de verbinding met haar kindje mist. Online leest ze over de grootte en het gewicht van het kindje, waar het kleintje wordt vergeleken met allerlei vruchten en groentes om het meer concreet te maken. Het zoontje zelf lijkt ook niet altijd even blij met zijn plekje in de buik en schopt erop los daarbinnen: “Het is gewoon huiselijk geweld.”
En we noemen hem bestaat uit te veel verhalen om op te noemen, die samen een bonte lappendeken vormen met de bommenneef als rode draad. Marjolijn van Heemstra schrijft alles op in begrijpelijke en toch poëtische taal, die uitnodigt om ezelsoren te vouwen om je favoriete citaten nog eens terug te lezen. De gekozen woorden zijn goed. De titel is goed. De kaft is goed. Het verhaal is goed. Het slot is goed. Alles aan En we noemen hem past prachtig in elkaar, hoewel de puzzel van de bommenneef nooit helemaal compleet zal worden.
Deze recensie is geschreven door Joke Simmelink (1992). Ze was al voor ze kon lezen dol op boeken. De studie Nederlands Taal en Cultuur aan de Radboud Universiteit te Nijmegen lag dan ook voor de hand. Behalve een Master Literair Bedrijf, behaalde ze ook haar eerstegraads lesbevoegdheid Nederlands. Nu woont ze in Eindhoven en geeft ze les op een middelbare school. Naast haar drukke baan als docent leest ze vooral Nederlandse literatuur en fantasy.
En we noemen hem/Marjolijn van Heemstra/Das Mag/2017/218 blz./ISBN: 9789492478375
No Comments