Ware heelmeesters en duistere geheimen

In 2016 publiceerde Marcel Vaarmeijer de roman Voor wie ik heb Liefgehad. Het verhaal is gebaseerd op het leven van zijn moeder en wordt verteld door Louise, de hoofdpersoon van het boek. In juni 2017 verschijnt het tweede deel in de serie over Louise: Heelmeester. Wederom schrijft Vaarmeijer een verhaal vol humor en ernst. Een maatschappijkritische laag is ook aanwezig. Heelmeester is in veel opzichten verrassend: het is het eerste spin-offdeel van Voor wie ik heb Liefgehad, het bevat bijzondere personages en is een niet-alledaags verhaal met een dubbele laag. Het blijkt een roman vol met spanning en duistere geheimen uit het verleden, die alleen Marcel Vaarmeijer kan onthullen.

Sterke personages of een stukje Vaarmeijer?
Wie Heelmeester leest kan niet ontkennen dat het boek een aantal sterke, maar bijzondere personages bevat. Wellicht is Himmel, de hoofdpersoon, wel de meest opvallende. Hij is sterk, nieuwsgierig en standvastig. Dit blijkt geen toevallige keuze. Vaarmeijer: “In mij woont een Himmel, iemand die oplossingen ziet in plaats van problemen en alles in het werk stelt om het leven een klein beetje beter te maken.”

Tegelijkertijd valt ook Himmels vader Karl op. Hij is prominent aanwezig en speelt een belangrijke rol in het leven van Himmel. Zijn keuzes zijn allesbepalend en vormen een belangrijke factor in de opvoeding. Vaarmeijer verloor zijn eigen vader veel te jong: “Ik had met hem willen praten, voetballen, lachen, ruziemaken en alle dingen die kinderen met hun vaders doen. Ik mis hem nog steeds.” Bijzonder is de manier waarop hij Himmels vader beschrijft. Hij is niet de voetballende vader, maar laat op allerlei vlakken zien dat hij een vader is die niet gemist kan worden.

Thematiek met maatschappijkritiek
Vaarmeijer kiest in Heelmeester voor een opmerkelijke thematiek: het ontwikkelen van medicatie om chronische ziekten te genezen. Voor Vaarmeijer is die keuze niet bijzonder. “Ziekte en dood zijn een rode draad in mijn leven. “Mijn vader werd ziek en stierf toen ik drie was, mijn moeder was ernstig ziek, en ik ben zelf ook al jaren ziek.”
Op een originele manier wordt dit thema uitgewerkt. Vaarmeijer laat Himmel en Karl medicijnen uitvinden tegen chronische aandoeningen als astma, dementie, psoriasis en reuma. “De farmaceutische industrie verdient aan deze ziekten. Als ze meer (of wellicht anders) zouden investeren in onderzoeken naar geneesmiddelen tegen deze ziekten, zouden er veel levens gered kunnen worden,” vertelt Vaarmeijer. Dat komt terug in de woorden van Himmel: “Zolang er nog geld wordt verdiend aan zieken, zullen er zieken blijven.” Vooral deze woorden geven het boek Heelmeester een sterke boodschap mee. Vaarmeijer laat Himmel nadenken over in hoeverre het goed is medicijnen te ontwikkelen die alle levens kunnen redden. Hij doet dit bewust: “In elk boek uit deze reeks zit een onderliggende oproep aan de maatschappij. Niet aan goede en welwillende mensen, maar aan de machtige, narcistische geldwolven en bedrijven die de wereld in hun macht lijken te hebben.” Vaarmeijer vergelijkt zijn kritiek met die van Joris Luyendijk in Dit kan niet waar zijn. “Luyendijk laat in dat boek geen spaan heel van de geldbeluste bankbazen en hun verachtelijke methoden. In Heelmeester doe ik hetzelfde, maar dan in romanvorm. Dit is,” benadrukt Vaarmeijer, “wel ondergeschikt aan het familieverhaal, maar zeker niet minder confronterend.”

Hiernaast speelt in Heelmeester ook de Tweede Wereldoorlog een rol. Waar in Voor wie ik heb Liefgehad Louise de dagboekfragmenten las en erover nadacht, is deze rol nu weggelegd voor Himmel. Hij leest de dagboeken van zijn moeder. Vaarmeijer kiest bewust voor een persoonlijke perspectief: “De manier van interpreteren door Himmel is voor een deel mijn manier van interpreteren. In elk boek geef ik een deel van mijzelf bloot, en als de verteller een kind is, dan krijgt dat kind eigenschappen van mij. In het vierde en laatste boek, waarin Louise getrouwd is met Oscars vader, zien we in Oscar het meeste van mij terug.”

Ik lach om niet te huilen
Of je nou De gloriedagen van Walter Gom, Voor wie ik heb Liefgehad of Heelmeester leest, Vaarmeijers romans bevatten allemaal één terugkerend element: humor. Ook in Heelmeester zit voldoende humor en ironie, en laat de auteur de lezers regelmatig kennismaken met een bizar, soms over de top, verhaal. Dit komt niet helemaal uit de lucht vallen. Toen de joodse cabaretier Max Tailleur na de oorlog terugkeerde naar Nederland, trad hij op met conferences en het vertellen van moppen. Zijn credo was: “Ik lach om niet te huilen.” Vaarmeijer: “Zo werkt het ook bij mij. Ik schrijf met humor om mijn verdriet, en wellicht ook dat van anderen, een beetje draaglijk te maken.” In Heelmeester verwoordt Louise (Himmels moeder) het zo: “Misschien moet je het hele verhaal opschrijven, van begin tot eind. Maar maak het wel een beetje vrolijk, er zijn al genoeg treurige verhalen in de wereld.”
Toch kiest Vaarmeijer ervoor om niet het hele verhaal met een humoristische blik te beschrijven. Tegen het einde van het boek verandert de sfeer en komen er andere emoties om de hoek kijken: pijn en verdriet. Het blijkt een zorgvuldige overweging: “Wanneer de geheimen van Karl naar boven komen, laat ik de humor langzaam los. Als ik hier was doorgegaan, was het een belachelijk boek geworden.” Daarbij is ook de oplopende spanning in het verhaal van belang: “Himmels vader Karl was tijdens de Tweede Wereldoorlog officier en kamparts in het Duitse leger, en droeg duistere geheimen met zich mee. Het zijn die duistere elementen die onthuld moeten worden en dat brengt veel spanning met zich mee.”

Heelmeester versus Voor wie ik heb Liefgehad
Heelmeester is een vervolg op Voor wie ik heb Liefgehad, het boek waar Vaarmeijer het verhaal over zijn moeder, Louise, mee begint. Opmerkelijk is de keuze voor de chronologie. Waar Voor wie ik heb Liefgehad duidelijk het laatste deel van Louises leven beschrijft, speelt Heelmeester zich veel eerder in haar leven af. Echter, schijn bedriegt, zo wordt duidelijk in het gesprek met Vaarmeijer. De serie is meer dan een simpel levensverhaal dat teruggaat in de tijd: “Louise heeft vier mannen gekend in haar leven. Ze had de keuze om met elk van die mannen haar leven te delen. Dat gebeurde niet, met uitzondering van haar vierde man, Oscars vader. In Heelmeester blijft Louise bij haar eerste man Karl. Zo ontstaat er een ander leven en ontwikkelt Louise zich ook anders.” Om het verschil tussen Voor wie ik heb Liefgehad en de vier spin-offdelen te verduidelijken, is het eerste deel in de tegenwoordige tijd geschreven en de andere delen in de verleden tijd. Die opzet is niet zomaar een fantasieproject. “In Voor wie ik heb Liefgehad mijmert Louise over de levens die ze had kunnen hebben als ze andere keuzes had gemaakt.” In Heelmeester (en de drie andere delen), brengt Vaarmeijer deze mijmeringen tot leven. Op die manier creëert hij voor zichzelf de mogelijkheid om een nieuw leven van Louise te schetsen: “Als ze in 1946 besluit haar leven met Karl te delen, kan Oscar natuurlijk niet bestaan. Ze verhuist dan immers naar Zwitserland en leidt een ander leven.”

Toekomstmuziek?
De keuze voor deze romanserie, waarbij één kernverhaal meerdere spin-offdelen krijgt, is interessant: “Grote beslissingen zetten ons op een bepaald pad. Alles wat er op de andere paden ligt, maken we niet mee. Hierdoor zien we Louise in de gehele serie vier keer een keuze maken en vier verschillende levens leiden, verspreid over vier boeken. Heelmeester is het eerste boek. Ook Louises dagboeken nemen vanaf 1946 vier keer een andere wending. Zo laat ik Louises dromen uitkomen en breng ik haar vier keer opnieuw tot leven. Die luxe hebben wij helaas niet.”

Naast de vier fictieve levens die Louise leidt, worden ook vier grote maatschappelijke thema’s belicht. “Ik richt mijn pijlen telkens op schrijnende misstanden in de wereld, waar miljoenen weerloze mensen het slachtoffer van worden. In Heelmeester wordt de medische wereld opgeschud, in de volgende delen komen andere onderwerpen aan bod.”

Tegelijkertijd mag de lezer ook in de andere delen humor verwachten. Vaarmeijer is niet van plan anders te schrijven: “Dat is mijn stijl, dat is wie ik ben. In mijn verhalen zal de humor nooit ontbreken. Ik zou het ook zonder kunnen, maar ik wil graag met plezier schrijven en de lezers een plezierige en boeiende leestijd bezorgen.”

Eén ding is duidelijk: Louise blijft nog lang bij ons. Vaarmeijer vervormt het leven van zijn eigen moeder en geeft haar vier bijzondere levens. De verhalen zijn niet volledig, dan wel volledig niet waarheidsgetrouw, en dat is goed. “Het schrijven is fantastisch. Een deels op waarheid gebaseerd verhaal geeft me alle vrijheid om een roman beter en rijker te maken.” Het ligt aan Vaarmeijers grenzeloze fantasie wat er met Louise, die menig lezer al in het hart heeft gesloten, gaat gebeuren.

No Comments

Post a Comment