Bijzonder, maar wederom geslaagd

‘We weten nooit hoelang we hebben. We krijgen geen garantie voor morgen. Ik kan hier ter plekke dood neervallen.’ Het zijn harde, maar ware woorden van Libby, de dikste tiener uit Amerika. Zij en Jack, de jongen met prosopagnosie, spelen de hoofdrollen in Op mijn schouders van Jennifer Niven. Na Waar het licht is komt de Amerikaanse auteur opnieuw met een indrukwekkend boek. Wederom staan er twee bijzondere jongeren centraal en moeten hun verhalen de lezer emotioneren. Lukt het Niven na Waar het licht is opnieuw?

Libby was ooit de dikste tiener van Amerika. Na de dood van haar moeder begon ze met eten, tot ze op een gegeven moment uit haar huis gehaald moest worden. Na een periode van intensieve therapie, waarbij Libby een groot deel van haar immense overgewicht verloor, is het tijd om weer naar school te gaan. Ze overtuigt zichzelf van het goede en keert terug naar haar middelbare school.
Tegelijkertijd maakt de lezer kennis met Jack. Hij heeft prosopagnosie en kan daardoor geen gezichten herkennen. Zelf weet hij heel zeker dat hij dit heeft, maar hij heeft zich nooit laten testen. Bovendien weet niemand van zijn problematiek; zelf zijn ouders niet. Op school is hij ‘de stoere jongen’, maar diep van binnen is hij anders. Wanneer hij op een dag mee moet doen aan de ‘dikkemeidenrodeo’ ziet hij al snel zijn slachtoffer. Compleet tegen zijn wil in bespringt hij Libby, met alle gevolgen van dien: zij slaat hem en samen komen ze terecht bij de directeur. Vanaf dat moment ontstaat langzaam een band tussen deze twee speciale tieners en komen ze meer over elkaar te weten dan iemand vooraf ooit had kunnen denken.

Net als in Waar het licht is kiest Niven voor twee niet-alledaagse personages met (soms) alledaagse problemen: Libby en Jack. Vanuit het ik-perspectief van beide jongeren vertelt ze vervolgens haar verhaal. De gedachte ‘do not change a winning team’ lijkt daarbij van toepassing. Lange tijd volgt Niven het concept uit Waar het licht is: twee jongeren ontmoeten elkaar op een plek/middels een situatie waarbij ze elkaar liever niet ontmoet hadden. Vervolgens worden ze min of meer verplicht met elkaar om te gaan en langzaam ontstaat een band waarbij de jongeren elkaar sterker kunnen maken. Waar Finch en Violet de rollen in Nivens debuut mochten uitspelen, mogen Libby en Jack de nu voor hun rekening nemen. Het gevolg is een vrij voorspelbaar plot: Op mijn schouders brengt daarin weinig vernieuwing.

De samenhang tussen de verhalen is echter wel vernieuwend. Naast de problematiek van de jongeren maakt Niven talloze andere onderwerpen – de een bekend en de ander onbekend – bespreekbaar, waarbij ze dicht bij de voor de jongere herkenbare maatschappij blijft. Pesterijen, vriendschappen, rouw, verdriet, ethische kwesties en schaamte; alles speelt een belangrijke rol en wordt tot in detail uitgewerkt. Daarbij is ook de beschreven problematiek van zowel Libby als Jack interessant. Prosopagnosie is de voor velen onbekende ziekte, op het bespreekbaar maken van obesitas heerst wellicht een taboe. Niven doorbreekt beide grenzen en opent alles; niets is nog taboe.

De goede uitwerking van Libby en Jack vormt daarbij een belangrijke factor. Tot halverwege het verhaal blijven de personages afstandelijk en emotioneel niet geheel te begrijpen. Vooral de vele wisselingen tussen de twee perspectieven spelen daarbij een belangrijke rol. Echter, halverwege het verhaal begint het Niven-recept te werken. Vrij plotseling krijgt zowel Jack als Libby een plekje in het hart van de lezer en word je het verhaal ingetrokken zoals eerder bij Waar het licht is gebeurde. Hoewel het verhaal verloopt zoals je vooraf misschien verwachtte, blijft de psychische ontwikkeling van beide personages interessant.

‘Soms zíjn mensen gewoon hufters. Soms doen mensen gemeen tegen mensen die gemeen tegen hen zijn geweest. Soms zoen ze het omdat ze bang zijn. En soms om te voorkomen dat anderen gemeen doen tegen hen. Soms is iemand niet blij met zichzelf, maar dan komt hij een ander kind tegen dat precies weet wie hij is, en dat kan ertoe leiden dat het eerste kind zich nog slechter voelt over zichzelf.’ Op mijn schouders haalt het niet bij Waar het licht is. Het vormt echter wel een ‘goede tweede’. Niven blijft sterk in het bespreekbaar maken van onbesproken ziekten.

Jennifer Niven / Op mijn schouders / Vertaal door Karijn Pijl / Uitgeverij Moon, Amsterdam / 364 blz. / ISBN: 9789048836154

No Comments

Post a Comment