Het is natuurlijk geen pretje om de dreiging van teelbalkanker boven je hoofd te hebben hangen, maar dit zwaard van Damokles is voor een auteur als Christophe Vekeman onontkoombaar. Deze auteur zou zijn hoofpersonage in Mensen als ik nooit een vorm van bv. kleine tenenkanker  laten overkomen. Veel te suf! Vekeman schetst zichzelf nl. vrijwel altijd als een lone-wolf, een viriele dertiger of veertiger, een liefhebber van countrymuziek (en bier!), die de hele wereld aankan. Iemand die een gevierd schrijver is , iemand die makkelijk contact maakt en waar de levenslust vanaf spat. Wat is er aan de hand met de ‘ik’ in Mensen als ik?

Het ‘ik-personage’ in dit boek is onmiddellijk herkenbaar als Christophe Vekeman zelf. Om te beginnen komt hij net van de dokter vandaan en vreest hij voor zijn mannelijkheid, want wellicht wordt er teelbalkanker bij hem geconstateerd. Daarbij komt hij op een punt in zijn leven dat hij zich  realiseert dat het beeld van allemansvriend, dat velen van hem hebben helemaal niet klopt. Eigenlijk is hij erg op zichzelf gericht en heeft hij nauwelijks échte vrienden. Op zoek naar zichzelf en naar nieuwe échte vrienden stapt hij in zijn auto en rijdt hij naar een countrykroeg waar ze rauwe muziek een podium bieden en waar een paar countryboots en een Stetson een absolute must zijn.

Zijn beoordelingsvermogen raakt echter al snel beneveld onder invloed van teveel bier met als resultaat een gebroken neus bij een van de cafébezoekers die net zo luidruchtig is als hijzelf. Hij vlucht weg, maar vreest dat zijn bekendheid –want ja, regelmatige optredens in talkshows- hem zal achtervolgen. En natuurlijk… na een paar dagen krijgt hij een enveloppe, leeg, en anoniem. Raadselachtiger en bedreigender kan het haast niet zijn, want de fantasie die de auteur gewoonlijk aan prachtige verhalen helpt neemt hem nu mee in naar diep dalen waar hij zichzelf verder onderdompelt in tragisch zelfbeklag. En als er dan ook nog eens een vreemde onbekende vrouw zijn huis binnenstapt die hij niet weet te peilen krijgt hij het helemaal Spaans benauwd. Enfin genoeg materiaal om de eenzaamheid van de kunstenaar, de twijfel en de zelfreflectie,  uit te diepen en te plaatsen tegenover de levenslust en de humor van de auteur, de uiterlijkheid die veel lezers van hem kennen.

Net als zijn andere werk is Mensen als ik rijk aan beelden, zwierige taal en couleur locale. In voorgaande recensies beschreven Inge en Valérie al de opmerkelijke stijl van deze auteur. Eens een boek van Vekeman gelezen zul  je een volgende blind  herkennen. Aan de lange meanderende zinnen, de subtiele vergelijkingen, de klappen die je als lezer onderweg krijgt, kortom aan de stuwende kracht van zijn taal. Daarom vind ik het persoonlijk wel fijn dat je dit boek af en toe gewoon even kunt wegleggen. Bij Vekeman wéét je dat je zó de draad weer oppakt, zeker voor wat de taal betreft, maar evenzeer  door de nooit voorspelbare verhaallijnen. Vekeman is geen pleaser, het maakt dus niet uit of je de klap op de linkerwang ontvangt of op de rechter.

Daarom verdient deze Vlaamse reus een ruimere plaats in de Nederlandse boekhandels, in de bibliotheken en krijgt hij hopelijk ook een beetje aandacht van de docenten Nederlands in het voortgezet onderwijs. Dus Nederland, open de poort voor de personages en de plots die uit het brein van Christophe Vekeman spruiten. Bovendien, door met enige regelmaat te verwijzen naar Vlaamse én naar Nederlandse auteurs, door vragen te stellen over Het Schrijverschap en over De Literatuur geeft hij ons in elke boek ook wat terug.

Mensen als ik / Christophe Vekeman / Uitgeverij Arbeiderspers / 2019 / 159 pag. / ISBN 978 90 2952 3837

No Comments

Post a Comment