In Nachtbouwer van Michaël Brijs staat een architect op een punt in zijn carrière om zijn grootste opdracht binnen te slepen. Zijn gemoedsrust begint te wankelen wanneer herinneringen terugkomen uit zijn jeugdjaren: vechtpartijen, dodelijke slachtoffers en sirenes. Hij weet alleen niet meer precies wie er doodging. Hoe heeft hij het überhaupt tot architect geschopt? Hoe meer hij zich herinnert van turbulente nachten, merkwaardige dromen en bijzondere figuren die zijn adolescentie kleurden, hoe meer hij worstelt met de wereld van beton.

“Ik zal beginnen met de scherpste herinneringen, en hoop dat, terwijl het verhaal zich ontvouwt, de mist zal optrekken en alle contouren zichtbaar worden. Zo kan ik samen met jou, beste lezer, de anamnese bedrijven, dat is minder eenzaam, en het is goedkoper dan naar een therapeut gaan.”

Bovenstaand citaat kwam ik tegen aan het begin van het boek. Brijs spreekt de lezer direct aan alsof hij de hoofdpersoon is. Vrij snel merkte ik dat ik de hoofdpersoon een bijzonder persoon vond waar ik mij totaal niet mee kon identificeren. Niet in het nu, de architect, maar ook niet in de verteller van toen, de 17-jarige versie van deze man. Hij heeft een onstabiele thuisbasis met een moeder die altijd op de bank ligt en ook bij goede vriend Johannes ligt diens moeder vrijwel altijd op de bank. Het gedrag dat hij laat zien is voor mij bijna een ver-van-mijn-bed-show.

We lezen over het ontstaan van zijn interesse in architectuur vanuit de jongere versie van de architect en af en toe schakelen we naar het nu. Dat schakelen vond ik niet vervelend, wel het gekunstelde taalgebruik dat gebruikt wordt. Teveel woorden die we, of in ieder geval ik, niet in het dagelijks leven gebruiken. Hierdoor las ik regelmatig zinnen opnieuw, omdat niet altijd tot mij doordrong wat ik las. Het voelde te gemaakt en absurd waardoor het verhaal nergens tot leven kwam.

Terugkomend op het eerdergenoemde citaat: de verteller begint inderdaad met de scherpste herinneringen waaruit blijkt dat deze persoon echt geen lieverdje was. Hij hoopt bij het ophalen van de herinneringen dat het verhaal zich ontvouwt en de mist optrekt. Naar mate meer herinneringen bovenkomen wordt mij wel duidelijk dat er vanalles gebeurd is in een onstabiele situatie en hij in een bijzondere, niet per se goede, wereld terecht is gekomen. De dosis spiritualiteit die daarbij kwam kijken, hielp daar ook niet bij. Bladzijden vol beschrijvingen en gedachten waarbij het voelde alsof de verteller op mij als lezer inpraatte. In plaats van dat de mist optrok, werd deze bij mij alleen maar dichter.

Gedesoriënteerd ben ik uit het verhaal gestapt, mezelf de vraag stellend wat ik nu eigenlijk gelezen had. Voor mezelf trek ik de conclusie dat dit geen boek voor mij is, maar wel zie ik verschillende lovende recensies van andere lezers. Ergens is het ook een boek dat past bij het hoofdpersonage omdat Brijs daadwerkelijk in de huid van de architect gekropen is. Ondanks mijn conclusie ben ik wel nieuwsgierig naar hoe dit boek werkelijk bedoeld is. Als het de bedoeling is de lezer verward achter te laten, is het boek wél geslaagd. Wie zal het zeggen?

Nachtbouwer / Michaël Brijs / Polis/Uitgeverij Pelckmans / 2020 / 234 blz. / ISBN 9 789463 105132

Irene: Als kind was ik een echte boekenwurm, ik las alles wat los en vast zat. Inmiddels ben ik al vele boeken verder en dat hoeft voor mij niet per sé in bed of stoel, zolang ik maar kan lezen is staand, op een trapje of naast de stoel niet erg.  Ook is het een gewoonte geworden om met een boek de deur uit te gaan: romans, thrillers, feelgood of YA, ik lees het graag.

Dit boek kun je meteen bestellen via deze bestellink van Libris.nl

.

.

No Comments

Post a Comment