Faye ziet duivels, overal, terwijl de anderen om haar heen niets zien en denken dat ze niet goed wijs is. Als ze hulp zoekt bij een psycholoog, komt ze niet veel verder, behalve dat ze doorkrijgt dat de duivels die ze ziet wel erg veel lijken op de duivels die Jheronimus Bosch in zijn schilderijen, vijfhonderd jaar geleden, heeft afgebeeld. Langzaam maar zeker raakt Fayes geest verstrengeld met die van de schilder en beleeft ze zijn leven middels (dag)dromen die...