‘Waarom kan ik niet zo zijn als normale mensen?’ Marianne vraagt zich dit al haar hele leven af, maar verwoordt het pas later in haar leven. Dit doet zij tegenover haar will-they-won’t-they levenspartner Connell Waldron, die zij al kent sinds hun middelbareschooltijd. Connell was daar de populairste jongen, de spits van het voetbalelftal en Marianne de freak, de outsider. Een verrassende rolverdeling, want de twee kennen elkaar ook buiten school: Connells moeder maakt schoon in het landhuis van Mariannes familie. In hun Ierse plattelandsdorpje Carriklea zijn status en...