In een volledig witte kamer staat een jongen naast zijn rector. Ze kijken naar drie voorwerpen: de gipsen buste van een heilige, een hellende plank en een grote, glazen bol. Wanneer de rector de glazen bol een duwtje geeft, rolt die in een rechte lijn de plank af, en knalt hij met een verwoestende klap tegen de buste aan. Is de glazen bol verantwoordelijk voor de ravage die hij aanricht? Nee, antwoordt de jongen, want de bol kan niet anders...